Datum:
Start mijn dag met ÊÊn woord (hoe voel ik me?):
Vak | Wat moet ik doen? | Tijd (min) | Klaar? |
---|---|---|---|
Korte pauze om:
Wat ga ik doen in mijn pauze?
Als ik alles heb gedaan, mag ik:
Wat vond ik moeilijk vandaag?
Wat ging goed?
Wat wil ik morgen anders of beter doen?